2. Balans en toelichting

Uit deze voorziening worden de pensioenverplichtingen aan oud-wethouders bekostigd. Bij het bepalen van de omvang van het fonds is uitgegaan van de levensverwachting op basis aan de CBS-index. In het verslagjaar is € 12.000 onttrokken aan de voorziening en is € € 1.030.000 toegevoegd aan de voorziening. De voorziening is toereikend om de toekomstige verplichtingen af te dekken. Voor een toelichting op de toevoeging van € 1.030.000 verwijzen wij naar het onderdeel Baten en lasten per programma , programma Bestuur en samenleving.

De voorziening is bestemd voor wachtgeldverplichtingen van voormalig wethouders. In het verslagjaar is het gehele saldo van de voorziening van € 18.000 vrijgevallen. Er zijn geen toekomstige verplichtingen die afgedekt hoeven te worden.

De voorziening is bestemd voor wachtgeldverplichtingen van voormalig personeel. In het verslagjaar is € 74.000 onttrokken aan de voorziening en is € € 502.000 toegevoegd aan de voorziening. De voorziening is toereikend om de toekomstige verplichtingen af te dekken. Voor een toelichting op de toevoeging van € 502.000 verwijzen wij naar het onderdeel Baten en lasten per programma , programma Helder zicht.

De voorziening is gevormd vanwege de ruimere mogelijkheden voor het personeel om specifieke soorten verlof mee te kunnen nemen naar volgende jaren. Op basis van een actuele raming is € 8.000 vrijgevallen.

De voorziening is bestemd voor het egaliseren van nacalculatorische verschillen in de tarieven afvalverwijdering. In het verslagjaar is € 412.000 aan de voorziening onttrokken.

De voorziening is bestemd voor het aanleggen van parkeervoorzieningen. Het fonds wordt gedoteerd door de afkoop van de verplichting tot het treffen van parkeer plaatsen in de openbare ruimte. In het verslagjaar is € 157.500 onttrokken aan de voorziening.

De voorziening riolering, op grond van artikel 44 lid 2 BBV, wordt aangewend voor de egalisatie van tarieven. Omdat de middelen verkregen zijn door een rioolheffing is deze voorziening in de categorie ‘door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting’ ondergebracht. De middelen uit rioolheffing verkregen moeten dan ook specifiek worden aangewend voor investeringen in riolering. In het verslagjaar is € 341.000 aan de voorziening onttrokken. De voorziening vervangingsinvesteringen riolering, die gevormd wordt door onderuitputting op de kapitaallasten als gevolg van achterblijvende investeringen, is in de balanspresentatie op de activa (investeringen met een economisch nut gedekt door een heffing) in mindering gebracht. Deze voorziening, op grond van artikel 44 lid 1d BBV, bedraagt per 31 december 2024 € 765.000.

Bij het opstellen van het wegenbeheerplan 2024-2028 is onderzocht wat de huidige omvang van het achterstallige onderhoud is. Er is geconstateerd dat er aanvullend achterstallig onderhoud was aan de wegen ten opzichte van 2021. De hoogte van dit achterstallige onderhoud betrof € 962.000. In de jaarrekening 2023 is hiervoor een voorziening getroffen, die in de onderhoudsplanning verdeeld is over 2024 (€ 762.000) en 2025 (€ 200.000). Samen met het restant van de in de jaarrekening 2020 getroffen voorziening bedroeg het saldo van de voorziening achterstallig onderhoud wegen aan het begin van 2024 € 1.212.000. Het wegwerken van het achterstallig onderhoud dat gepland stond voor 2024 is grotendeels afgerond en gaat om de volgende wegen: Rietweg in Peize, Meerweg in Nietap, Camper Erf, Broeninger Erf, Smeulerhof en Generaal van den Boschweg (stille kant) in Veenhuizen, Hertendijk in Peize, Donderseweg in Norg en Olde Hofweg in Westervelde. In 2024 is € 993.000 onttrokken aan de voorziening.