Paragrafen

1. Lokale heffingen

Gemeenten kunnen, met inachtneming van de Invorderingswet 1990, kwijtschelding verlenen van gemeentelijke heffingen. Gemeenten beslissen zelf voor welke heffingen kwijtschelding mogelijk is. Daarbij zijn ze gebonden aan de landelijke Uitvoeringsregeling. Alleen ten aanzien van de kosten van bestaan hebben gemeenten de mogelijkheid om af te wijken van de regeling. De rijksregeling gaat uit van 90% van de bijstandsnorm. In onze gemeente is gekozen om 100% van de bijstandsnorm als bestaansminimum te hanteren. Daarnaast is ervoor gekozen om kwijtschelding mogelijk te maken voor onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing (met uitzondering van extra containers) en rioolheffing. Het Noordelijk Belastingkantoor voert deze regeling voor ons uit.

Met de kwijtscheldingsregeling zijn de volgende bedragen gemoeid :

Kwijtschelding
(bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Verleende kwijtschelding

69

88

90

82

94

94

224

Het aantal huishoudens dat gebruik maakte van de kwijtschelding in 2024 is stabiel ten opzichte van 2023. Doordat de rioolheffing met ingang van 2024 bij de gebruiker wordt geheven is het voor huurders mogelijk om kwijtschelding aan te vragen voor de rioolheffing.  Als gevolg hiervan is het verleende bedrag aan kwijtschelding gestegen. Ook speelt de verhoging van het tarief voor de afvalstoffenheffing een beperkte rol in het totaal aan verleende kwijtschelding. Hoewel kwijtschelding ook mogelijk is voor de onroerendezaakbelasting en rioolheffing is van deze mogelijkheid in 2024 nagenoeg geen gebruik gemaakt. Dit komt omdat deze belastingen bij de eigenaar werden geheven. Door de huidige woningprijzen hebben de meeste woningen “overwaarde” waardoor kwijtschelding niet mag worden verleend. Aanvullende kwijtscheldingsverzoeken over 2021 die zijn ingediend in 2022 geven een vertekend beeld van 2021 en 2022.

Deze pagina is gebouwd op 06/23/2025 11:08:08 met de export van 06/23/2025 11:03:31